Toespraak van de stafhouder aan de nieuwe stagiairs

Beste confraters, Beste nieuwe stagiairs

Jullie hebben een stageovereenkomst gesloten met een goede stagemeester, jullie hebben de eed afgelegd als advocaat voor het hof van beroep te Gent en de raad van de Orde van advocaten West-Vlaanderen nam jullie op als advocaat-stagiair vanaf morgen 1 oktober 2021.

Jullie zijn zeer welkom aan de balie West-Vlaanderen. Ik dank jullie om voor onze balie te kiezen.

Ook feliciteer ik jullie namens de voltallige raad.

Voor het overige wordt van me verwacht dat ik jullie, als stafhouder, enkele wijze raadgevingen meegeef.

Jullie hebben me al een paar keer gehoord. We spraken individueel, ik sprak jullie toe bij de eedaflegging.  Als jullie heel ijverig zijn, hebben jullie ook de opgenomen toespraak gehoord die ik gaf bij de plechtige openingszitting van het hof van beroep te Gent op 1 september 2021. Het volgende komt er nog bovenop:

  1. Advocaat zul je worden door advocaat te zijn.
  2. Door advocaat te zijn zul je ook als persoon veranderen en
  3. Zelfs als advocaat hoe je niet perfect te zijn.
Advocaat zul je worden door advocaat te zijn

Het is mijn overtuiging dat je pas advocaat wordt door het beroep uit te oefenen. Door advocaat te zijn, zul je vaststellen dat het beroep veel facetten heeft.

a) De meesten onder jullie weten al dat je als advocaat niet alleen procedures voert, maar ook adviezen geeft aan de cliënten, dat je met en voor de cliënt onderhandelt en overeenkomsten schrijft.

Al deze opdrachten moeten starten met het luisteren naar de cliënt en het achterhalen van wat zij of hij echt wil en waarom dat zo is. Actief luisteren heet dat. Op basis van je kennis en kunde moet je de cliënt uiteraard wijzen op de mogelijkheden en kansen, maar begin geen procedure als de cliënt dat niet ziet zitten. Het is trouwens onze wettelijke opdracht geworden om ook te wijzen op de mogelijkheid om geschillen op een alternatieve manier te beslechten, bijvoorbeeld via bemiddeling.

Eens je een opdracht aanvaardt moet je er voor gaan. In het begin van jullie carrière als advocaat zal die partijdigheid voor velen van jullie een moeilijke opdracht zijn. Voor mij was het alleszins zo. Je krijgt de opdracht een conclusie te maken in een geschil en komt, met alle kennis en kunde die meedraagt, tot het besluit dat de cliënt ongelijk heeft. De kans is groot dat je stagemeester je zal zeggen dat je niet lang genoeg gezocht hebt om te vinden waarom de cliënt wél gelijk heeft. Cicero wist dat blijkbaar al. Hij zei: bij processen moet de rechter altijd de waarheid in het oog houden; de advocaat moet soms het waarschijnlijke verdedigen, zelfs al is het onwaarschijnlijk. En let op: eens je toch iets gevonden hebt waaruit blijkt dat je cliënt het recht aan zijn kant heeft, zul je het nog geloven ook. Zelfs al is het onwaarschijnlijk.

Partijdigheid wil niet zeggen dat je je cliënt, wiens belang je dient, een rad voor de ogen moet draaien. Onmogelijke zaken mag en moet je afraden en ook economische motieven mogen en moeten daarbij een rol spelen. Ik heb het over economische motieven van uit het standpunt van de cliënt natuurlijk. Er zijn al spreuken genoeg die het hebben over de inhaligheid van advocaten, bijvoorbeeld: Een advocaat is een geleerd persoon die uw bezittingen uit de handen van uw vijanden redt en voor zichzelf houdt. Of: Van de stijfkop en de zot, vult de advocaat zijn pot. Een cliënt die wil strijden voor het principe ‘het mag kosten wat het wil’ is een cliënt die je een dief zal noemen, zodra je de eerste flinke factuur stuurt. Principes zijn nogal etherisch. De oude Eyskens (nog ouder dan zijn zoon en niet meer onder ons) had een spreuk daarover: Principes zijn als winden. Je kunt ze lang proberen op te houden, maar ooit moet je ze lossen.

Het is duidelijk dat je daarbij soms de cliënt op betere gedachten moet brengen. Begin geen actie die schadelijk zal zijn voor de cliënt, maar denk strategisch met de cliënt mee, op zoek naar het beste alternatief.

Om dat te kunnen moet je sterk in je schoenen staan en onafhankelijk zijn. Je kunt dus niet pleiten voor dichte familie bijvoorbeeld. Pleiten voor je zelf dat mogen we van het Europees Hof voor de rechten van de mens deontologisch niet verbieden, maar het is sterk afgeraden omdat het zeer moeilijk is afstand te nemen van jezelf. Afstand heb je nodig om een goede kijk op de zaak te hebben.

De juridische diensten die een advocaat aanbiedt aan de cliënt beogen de cliënt te helpen bij het bepalen en verbeteren van zijn of haar juridische positie. Wij proberen dus meerwaarde te bieden, zodat de cliënt met ons meer heeft dan zonder ons. Dat is ook wat wij verkopen. Als we geen meerwaarde bieden hebben onze prestaties, netjes opgeschreven in timesheets of,  in pro deo zaken, omgezet in punten, de waarde van gebakken lucht. We moeten dus allemaal kwaliteit leveren in het belang van de cliënt. De advocaat is een kwaliteitslabel, zegt de slogan. Jullie zijn de toekomst van de advocatuur, aan jullie om te zorgen dat de slogan waar is.

Waarin de advocatuur zeker een meerwaarde biedt is bij het pleiten voor de gewone rechtbanken. Het  pleitmonopolie is al lang niet meer 100%, maar toch nog zeer belangrijk. Het speelt bij de gewone rechtbanken. Het is daarom voor ons zeer belangrijk dat de rechtbanken goed functioneren. Alles wat erop gericht is de reputatie van de magistratuur onderuit te halen, zaagt ook de poten van onder onze stoel. Als advocaten moeten we dus meewerken aan de voortgang van de rechtszaken. In die optiek ben ik voorstander van meer gecontroleerde procedures, met veel minder conclusietermijnen en veel minder kansen om zaken naar de Griekse kalender te laten verwijzen.

b) Advocaat zijn wil ook zeggen dat je een onderneming bent. Gezien de gedecreteerde zelfstandigheid van de advocaat (in sociaalrechtelijke zin) is iedere advocaat zelf of via haar of zijn professionele vennootschap een onderneming.

Het scala van die ondernemingen is zeer groot. Van kleine en dappere éénmanskantoren, éénpitters zoals ze zo graag zeggen, tot kantoren met honderden advocaten, verweven in internationale structuren. Daartussen alle aantallen en structuren die je maar bedenken kan.

Iedere advocaat wordt geconfronteerd met de uitdagingen die het ondernemen met zich brengt, en het kan geen kwaad om daar over mee te denken. Sommigen onder jullie zullen een eigen kantoor ontwikkelen. Sommigen onder jullie zullen partner worden in jullie huidig of toekomstig kantoor. Denk dan goed na over de manier waarop je wil werken, hoe je je wil organiseren, hoe je je wil onderscheiden van confraters en vooral van andere juridische dienstverleners, wat je aanbiedt aan cliënten, welke cliënten je vooral wil bedienen. Alle problemen waar andere ondernemingen mee te maken hebben, komen ook op het bord van de advocaat.

Punt is dat ook alle grote en kleinere kantoren dezelfde problemen of uitdagingen hebben.

Confraters, ik zal niet verbergen dat ik een grote voorstander ben van samenwerking, naast jurist zijn heeft elk van ons andere talenten en interesses. Niet iedereen houdt ervan te netwerken, niet iedereen van jullie kan goed rekenen, niet iedereen van jullie zal een people manager zijn. Leg jullie kwaliteiten samen en kom tot een mooie taak- en een eerlijke winstverdeling. Dat is een raad. U komt ooit te weten of die wijs is.

c) Zowel bij het behandelen van de dossiers, de contacten met cliënten, met de rechtbanken en met de confraters, als bij het ondernemer zijn geldt onze deontologie.

Twee beginselen heb ik al beschreven (de partijdigheid en de onafhankelijkheid) er de ‘waardigheid, kiesheid en rechtschapenheid’ komen er nog bij als container begrippen. De termen zijn enigszins archaïsch, maar ze zijn duidelijk in de praktijk en hebben geleid tot een overvloedige tuchtrechtspraak.  Andere woorden zijn: discreet, delicaat, eerlijk, correct, respectvol. Er is niets bij dat je niet van iedereen mag verwachten, maar je verwacht ze zeker  van een advocaat.

Omdat de advocaten die er in meespelen zo op het randje handelen, doen bepaalde televisieprogramma’s het imago van de advocatuur niet veel goed. Ook het zich willen laten horen met om het even welke vluchtige mening getuigt zelden van delicatesse.

Een deontologisch principe dat echt heilig is en waarmee we ons onderscheiden van andere juristen is het beroepsgeheim. Het is niet alleen strafrechtelijk gesanctioneerd, maar ook het Grondwettelijk Hof accepteert dat ons beroepsgeheim de rechten van verdediging dient en daarom ook een afzonderlijke positie van de advocatuur inzake de antiwitwasreglementering verantwoordt.

Enigszins een derivaat van het beroepsgeheim en ook zeer belangrijk is de vertrouwelijkheid van de briefwisseling met de Belgische confraters. Het laat toe om vrijer te onderhandelen en al iets te schrijven of te zeggen dat een onderhandeling dichter bij een oplossing kan brengen, maar dat we in een procedure nooit zouden toegeven. Let op: de vertrouwelijkheid geldt in principe alleen voor de correspondentie met Belgische (wel degelijk Belgische) advocaten en niet met confraters van andere landen, zelfs al behoren die landen tot de EU.
 

Door advocaat te zijn zul je ook als persoon veranderen

Door het beroep uit te oefenen zul je niet alleen advocaat worden, maar zul je ook zelf veranderen. Geloof het of niet, maar we zijn geen onveranderlijke monolieten. We evolueren geleidelijk en wat we doen, bepaalt ook wie we zijn. Je wordt wat je doet. Naar mijn stellige overtuiging moet advocaat zijn leiden tot een tolerante levenshouding.

We verdedigen al eens wit, maar ook eens zwart. Sommige advocaten zijn ook rechtsgeleerden die in boeken en artikels met vuur een stelling verdedigen. Het belet hen niet om precies het tegengestelde te pleiten, als daar argumenten voor te vinden zijn en het in het voordeel is van een cliënt. Niets is leuker dan je gelijk aan te tonen aan de hand van een citaat geschreven door je tegenpartij. Je moet het dan wel halen uit een publieke bron en niet uit een ander dossier, want in dat geval schend je het beroepsgeheim.

Maar afwisselend wit en zwart pleiten, zwarte en witte zaken pleiten, en het belang van alle mogelijke cliënten zien en verdedigingen, moet je wel doen inzien dat er vele zienswijzen en invalshoeken zijn om dezelfde waarheid te bekijken. Niemand is wellicht helemaal slecht en een volbloed heilige zul je ook zelden ontmoeten. Maar het zijn allemaal mensen die bijstand en verdediging verdienen. Als je dat niet ervaart, zul je niet lang advocaat kunnen blijven.
 

Zelfs als advocaat hoef je niet perfect te zijn

Waarde confraters, ik wil nog eindigen met een enkele raad.

Het beroep van advocaat kan soms veeleisend zijn. Het is competitief, de belangen voor de cliënt zijn groot, er zijn alsmaar deadlines, er zijn allerhande valkuilen en het moet razend snel gaan, met antwoorden on the spot.

Gecombineerd met een boeiend maar zeer druk sociaal leven, kan dit al eens veel worden.

Dan moet de riem er even af. Wacht niet tot de motor sputtert en stilvalt, zoals in deze tijden dikwijls gebeurt.

Als ik me het permitteer om die raad te geven dan is het omdat ik het beroep van advocaat ken en er zelf door gevormd ben. Als advocaat moet je streven naar het beste, maar je moet je hoeden voor overdreven perfectionisme. Naar het schijnt zijn juristen daar nogal gevoelig voor, zoals ze op vandaag ook nogal gevoelig zijn voor burn-outs.

Geen enkele advocaat is perfect, maar toch zijn al heel veel zaken door advocaten opgelost. Ik geef het advies uit ervaring, zoals gedefinieerd door Oscar Wilde: Ervaring is de naam die éénieder geeft aan zijn vergissingen.

En daarmee is het gezegd. Ik wens jullie heel veel succes in jullie carrière, de mogelijkheid om uit vergissingen te leren en een boeiende samenwerking met jullie confraters, collega’s en stagemeesters, die jullie al het overige zullen aanleren.

Rik Crivits
stafhouder van de balie West-Vlaanderen

Voorstellingsmoment stagiairs aan de raad van de Orde, 30 september 2021
 

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.