Het nieuwe gerechtsgebouw in Kortrijk: tot op de draad versleten!

De titel klinkt wellicht wat overdreven, maar toch!

Elkeen die er mee vertrouwd is weet dat het oude gerechtsgebouw in Kortrijk (Burgemeester Nolfstraat 10a) veel gelijkenissen vertoont met een kantoorgebouw uit het interbellum; ramen gaan al jaren niet meer open, radiatoren werken niet of geven zonder enige mate warmte af, de liften - als ze al werken - hebben veel mee van de processie van Echternach, men struikelt over de kriskras op de grond liggende kabels van allerlei soort, …

Talloze malen werden de laatste vijfentwintig jaar dure plannen opgemaakt met het oog op het verbouwen/herfunctioneren van het oude gerechtsgebouw. Telkens werd de in functie zijnde stafhouder van de balie van Kortrijk aangesproken met de vraag samen met zijn raad te overleggen over de wensen en de verzuchtingen van de Kortrijkse advocatuur en de invulling van deze wensen in het te renoveren gebouw. Nutteloze vergaderingen waren het keer op keer; geen steen werd verlegd, het gebouw bevindt zich nog steeds in dezelfde uitermate belabberde toestand.

Justitie maakt hier echt geen goede beurt. De rechtsonderhorige verdient beter dan dergelijk gebouw.

Eind de twintigste eeuw verscheen plots wat licht aan het einde van deze “dramatische gebouwentunnel”. Onder impuls van de toenmalige minister van justitie, Kortrijkzaan Stefaan De Clerck, zou er een nieuw gerechtsgebouw te Kortrijk komen, weliswaar slechts voor een gedeelte van de gerechtelijke diensten. De locatie (Beheersstraat 41) was uitstekend - op wandelafstand van het oude gerechtsgebouw -, de indeling was functioneel en het gebouw zag er mooi uit. Het feit dat het ontwerp van de hand was van de vermaarde architect Stéphane Beel was op eerste zicht een voldoende garantie voor het feit dat het goed zou worden. Architect Beel, zo zou later blijken, zou echter niet instaan voor de opvolging van het bouwproject; een slecht voorteken!

Op 24 juni 2002 werd het gebouw in aanwezigheid van heel wat hoogwaardigheidsbekleders, waaronder de op dat ogenblik in functie zijnde minister van justitie Marc Verwilghen, plechtig geopend.

De tand des tijds had van meet af aan op dit nieuw gerechtsgebouw een zeer stevige en alles vernietigende greep; overal vertoonde het gebouw vrij snel barsten, begonnen deuren te slepen, gingen ramen niet meer open, …

Sindsdien lopen op geregelde tijdstippen in de gangen van het nieuwe gerechtsgebouw architecten en andere belangrijke mensen van de Regie der Gebouwen rond. Zij gaan na hoe het komt dat ramen niet langer opengaan, zij meten of de spleten in de vloer en in de muren breder zijn geworden sinds de vorige meting (is het gebouw misschien aan het verzakken?), … Het doet vaak denken aan een reportage uit 1965 voor het destijds vermaarde televisieprogramma Echo over de Aarschotse stadsarbeiders: “Wij stonden erbij en keken er naar!” (Louis Neefs: “Als ik ooit eens vijf minuten tijd heb!”).

Meest schrijnend is de erbarmelijk toestand waarin de esplanade voor het gerechtsgebouw zich bevindt.

Wij zijn al lang vergeten dat het kunstwerk dat op deze esplanade stond en dat er enige cachet aan gaf, na vandalisme, met het oog op het herstel werd verwijderd doch nooit terugkwam.

Het gebouw was nauwelijks enkele jaren in gebruik toen de betonnen vloerplaten van de esplanade begonnen af te brokkelen. Het gevolg van het overmatig gebruik van zout in geval van ijzel of sneeuw, beweerde men: “Wat zijn die Belgische winters toch streng!

Talloze malen zijn mensen aldaar ten val gekomen: Rechtsonderhorigen, bezoekers en advocaten. Gelukkig hebben magistraten en rechtbankpersoneel een andere toegang tot het gebouw en moeten zijn niet over de esplanade.

Iets meer dan tien jaar terug kwam een Kortrijkse advocaat aldaar zeer zwaar ten val. De verantwoordelijkheid van de Regie der Gebouwen werd weerhouden; zij diende in te staan voor de schadeloosstelling. Tot verbijstering van elkeen bleek de Regie der Gebouwen binnen de tienjarige aansprakelijkheidsperiode nooit de verantwoordelijken ter verantwoording te hebben geroepen.

Een vijftal jaar terug werd bij wijze van “doekje voor het bloeden” een aannemer, gespecialiseerd in, o ironie, de renovatie van gevels, gevraagd hier en daar wat putten met cement op te vullen.

Een nutteloze interventie, de situatie werd slechter en slechter.

Recent werd de toestand klaarblijkelijk nogmaals geanalyseerd door een aantal verantwoordelijken met als resultaat, kennelijk, de beslissing van de Regie der Gebouwen dat de toestand nu geen prioriteit is (in deze barre financiële tijden?).

De veiligheidsverantwoordelijke van het gerechtsgebouw daarentegen is van oordeel dat de toestand dermate gevaarlijk is geworden dat hij besloot met uiterst primitieve middelen de esplanade volledig ontoegankelijk te maken en dit in afwachting van betere tijden (ad vitam aeternam?). De hoofdingang tot het nieuwe gerechtsgebouw is dus, via de rechtstreekse weg, voor iedereen afgesneden en dit op een ogenblik waarop een verplicht circulatieplan ingevolge Corona dient te worden gevolgd.

Nee, justitie maakt geen goede beurt.

Maar er is hoop. De huidige minister van justitie en de titelvoerend burgemeester van Kortrijk is een Kortrijkzaan en een gewezen confrater. Minister Vincent Van Quickenborne zal ongetwijfeld ingrijpen. De rechtsonderhorigen verdienen beter dan een nieuw gebouw (of is een gebouw dat er nog geen twintig jaar staat niet meer te beschouwen als een nieuw gebouw) dat veel mee heeft van een hindernissenparcours.

Ik droomde enkele dagen terug dat nog voor deze zomer de bouwkranen en ambachtslui aanrukten met als enig doel het nieuw Kortrijks gerechtsgebouw opnieuw zijn uitstraling te geven van twintig jaar geleden; een gerechtsgebouw waar Kortrijk fier mag op zijn!

Frédéric Busschaert
Laatste stafhouder balie Kortrijk

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.