Bezint eer ge betekent

“Ik verzoek u om over te gaan tot betaling binnen de 14 dagen, bij gebreke waaraan ik zonder verdere verwittiging zal overgaan tot betekening en uitvoering”

Dit is de boodschap die een triomferende advocaat doorgaans stuurt naar zijn tegenstrever wanneer diens cliënt tot betaling wordt veroordeeld.

Maar volstaat deze verwittiging deontologisch om bij uitblijven van betaling, effectief tot betekening over te gaan?  Neen!



Art. 106 Codex Deontologie voor Advocaten

Artikel 106 CDA bepaalt:

"Vooraleer tot betekening en ten uitvoerlegging van een gerechtelijke beslissing te laten overgaan, nodigt de advocaat zijn tegenstrever uit tot vrijwillige uitvoering en/of berusting en verleent hij hem hiertoe een redelijke termijn.

De onmiddellijke betekening en/of ten uitvoerlegging kan ook in geval van hoogdringendheid of noodzakelijkheid voortvloeiende uit de wet of uit de beslissing zelf.

De advocaat brengt steeds de betrokken advocaten op de hoogte dat hij opdracht geeft om een gerechtelijke beslissing te laten betekenen. Hij doet dat ten laatste op het ogenblik dat hij die opdracht geeft"


Artikel 106 CDA legt dus twee verplichtingen op :

  • Artikel 106, lid 1: uitnodigen tot vrijwillige berusting/uitvoering
  • Artikel 106, lid 3: verwittigen van de opdracht tot betekenen

Uiterlijk bij het geven van de opdracht tot betekening (het overmaken van de expeditie aan de gerechtsdeurwaarder) moet men zijn confrater dus een tweede keer aanschrijven en van dit initiatief op de hoogte brengen.

Zie de uitdrukkelijke adviezen van de OVB (terug te vinden op het privaat luik > infotheek > databanken > deontologie-adviezen) :

  • nr. 363: de advocaat die zijn tegenstrever uitnodigt tot vrijwillige regeling binnen bepaalde termijn en aankondigt dat hij na deze termijn zal overgaan tot betekening en uitvoering, voldoet aan het 1e lid, maar nog niet aan het 3e lid.
  • nr. 630:  artikel 106, 3e lid is enkel van toepassing op de betekening en niet op de tenuitvoerlegging. Omwille van het verrassingseffect dient men aldus niet te verwittigen wanneer men overgaat tot tenuitvoerlegging.

Gevolgen?

Miskenning van deze bepaling kan aanleiding geven tot tuchtvervolging.

Anderzijds kan een (praktische) oplossing er ook in bestaan dat de stafhouder de nalatige confrater de kosten van betekening ten laste legt (advies OVB nr. 479).

Maar wat met de gevolgen van een met miskenning van art. 106 CDA betekend vonnis? Geoordeeld werd dat de loyaliteit gebiedt dat een advocaat alles in het werk moet stellen om de nadelige gevolgen van zijn ondeontologisch handelen zoveel mogelijk teniet te doen. Ingeval er hoger beroep wordt aangetekend zal de advocaat, indien zijn cliënt niet verzaakt aan het voordeel van de betekening van het vonnis, niet kunnen optreden (advies OVB nr. 363 en 550)

Een verwittigd confrater is er twee waard…

 

Antoine Van Eeckhout
gewezen stafhouder

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.